joy, joy, joy.

Joy, joy, joy. Vreugde, vreugde, nog meer vreugde!

Naast de moeders met hun zorgen en nieuwe hoop, is er ook een man van 35 jaar. Hij heeft een tumor die uit zijn mond groeit. De hele dag loopt hij met een doek voor zijn mond. Is hij vanbinnen net zo gewond en afgewezen als Christine?, vraag ik me af. Hij is op dat moment vrijwel de enige man, en sluit zich vaak op in zijn eigen kamer. We gaan bij hem langs. Zijn verhaal is een verhaal van een dorp waar de mensen leven als Jezus, maar Hem niet kennen! Er is geen kerk, vroeger is er wel eens een groep blanke mensen geweest, maar die gingen na een poosje weg. Nu is het van alles wat. Maar de mensen zorgen voor elkaar. Hoe erger zijn kwaal werd, hoe meer de mensen probeerden hem te helpen. Ze schoven hem wat toe, vertelden als er een arts in de buurt was, ze waren echt met hem bewogen. Op die manier kwam hij ook achter Mercy Ships. Een zus van hem (kan in Afrika ook gerust een nicht oid zijn) zit ook in het Hospitality Center. Zij bracht hem mee, omdat ze al eerder geopereerd is aan boord. Nu de verlossing van zijn tumor zo dichtbij is, kan hij ’s nachts amper slapen, zo erg ziet hij er naar uit! En nu hij al die andere zieken ziet, vooral de mensen die aan staar worden geholpen, heeft hij een hele lijst met mensen in zijn hoofd uit zijn dorp die vast en zeker ook geholpen kunnen worden!

Uit het noorden zijn ook 3 kinderen met hun vader gekomen. Het verraste ons dat de vaders mee zijn gekomen om voor de kinderen te zorgen. Ik vraag ernaar. Het antwoord is mooi! Via een dokter hoorden ze van het schip. Hij stuurde hen van het noorden helemaal naar de kust. Maar omdat de vaders niet wisten waar hun kind naar toegebracht werd, wilden ze zelf hun kinderen weg brengen. Nu ze weten dat het een goede en veilige plek is, zullen ze waarschijnlijk eind van de week naar huis gaan, en kunnen ze de moeders met een gerust hart naar hier sturen! Dit is ook Afrika. Niet alleen de mannen die vrouw en kinderen in de steek laten, maar ook de vaders voor wie de zorg en liefde voor het gezin op nummer 1 staan. 
Ze geven open en vrij antwoord op mijn vragen. Tot ik vraag naar hun geloofsachtergrond. Nu wijst de een de ander aan en zegt: hij is christen. Hij is moslim. Ik lach. Allebei zijn welkom hier! Op mijn vraag of het een bezwaar is voor de vader dat we elke dag een devotiontime hebben, zegt hij: ik ben blij dat er hier gebeden en gemediteerd wordt! Ik zou het erger vinden als er niks gedaan werd! Hij was aan boord geweest, heeft gezien hoe er voor de patienten wordt gezorgd. Dat mensen van over de hele wereld komen om dit werk te doen, kan alleen maar van God zijn. Dat staat voor hem als een paal boven water. Zodra hij hier was aangekomen, had hij vrede in zijn hart ervaren. Het is goed hier te zijn. Vervolgens praten we over het leven in het noorden, het werken op het land, enz. Over de dwarsheid van de ezels en de gehoorzaamheid van de runderen. Dag na dag groeit de relatie met deze mensen. Ik hou van ze, voel me beperkt in mijn taal, en worstel met het feit dat ik zo’n slechte spreker ben als het om Evangeliseren gaat.

Bidden jullie weer mee voor deze mensen? ’t Is niet in onze macht om tot harten door te dringen, dat kan alleen Gods Geest. Bidt ook voor wijsheid in spreken en luisteren voor de werkers.