'Afrikaans' huishouden

We zijn nu een maand getrouwd, de tijd vliegt om!
We hadden gehoopt deze maand in Nederland te zijn, wat vanwege de visa-afwijzing niet doorging. Achteraf is het misschien wel goed geweest, het gaf ons de tijd om papierwerk te regelen en te wennen aan het runnen van een ‘Afrikaans huishouden’ samen.
Het was wennen om na 12 weken intensief met een team samen te zijn ineens met zijn tweeen in een huis te zitten zonder andere mensen. Na 12 weken een overvol schema met lesgeven, klinieken, vergaderen en drukte voor het regelen van een bruiloft, zaten we ineens in een ommuurd huisje aan de zandstraat, met geen agenda en niemand dan onszelf.

Het blijkt dat we geen agenda nodig hebben om onze dagen te vullen J. Ik voel me ondertussen behoorlijk huisvrouw! Wat verschillen met een gemiddeld Nederlands huishouden. We eten hier 3x warm eten. ‘s Ochtends havermoutpap of een zurig soort pap dat ik vies vind en Wilson heerlijk. Dus als het de zure pap is, zorg ik dat er nog een stokbrood in de koelkast ligt. Vorig jaar op de rommelmarkt een broodbakmachine gevonden, dus die gebruik ik dan als oventje om het brood weer knapperig te maken.
‘s Middags koken we eten in een ruime hoeveelheid en eten dat ‘s avonds nog een keer. Of we eten de restjes ‘s middags en koken ‘s avonds. En het gebeurt regelmatig dat Wilson dan als ontbijt het avondeten van gisteren eet. Ik moet zeggen dat ik nu ook nasi en spaghetti als ontbijt kan hebben, als het maar niet te vroeg is.

Koken doen we zo’n beetje om beurten. Als het een Afrikaanse maaltijd is, doet Wilson het meeste werk, ik snij de tomaten, ui en knoflook. Je moet behoorlijk armspieren hebben om de ‘pate’ te maken. ‘Pate” is maïsmeel dat in kokend water wordt gedaan, waarna je blijft roeren tot het stijf wordt. De laatste paar minuten is het zo stijf dat het een soort dikte van oliebollenbeslag heeft. Je moet het echter snel blijven roeren, anders brand het aan of je krijgt brokken.  Dat is Wilsons taak. Hij heeft 3 jaar op zichzelf gewoond in Benin, dus weet hoe hij het huishouden moet doen!

Nu hebben we wel wat verschillen. Bij ons is het de kunst om eten niet aan te laten branden en zo kort mogelijk te laten koken. Afrikanen hebben zelfs een gezegde ‘Die weet hoe ze de pot moet aanbranden’, wat betekent dat je een goede kok bent! Kleine dingetjes waar we de afgelopen maand de balans in hebben kunnen vinden. Het brandt niet meer aan, want het is gezonder zo.

Verder drogen we hier de vaat niet, die zet je in het druiprek en dan droogt het vanzelf. Het druiprek is trouwens ook onze kast voor nu, want we hebben geen boorden in de kastruimte die we hebben. Een geweldig systeem, waar we volgens mij als Nederlanders van kunnen leren, als je tenminste nog geen vaatwasser hebt.

We hebben geen wasmachine. Met het hete weer heb je echter wel al heel snel een flinke berg was! Ik begin er nu wat handigheid in te krijgen, maar vooral de witte was is een hele klus. Ik steek behoorlijk wat tijd in, al is het geen straf om met water te ‘spelen’ als het 30+ graden is.

Ons vervoersmiddel is de motor, maar ik kan hem zelf niet rijden. Dus boodschappen doen we samen, of Wilson alleen. Hij krijgt er makkelijker een goede prijs voor als hij alleen gaat, vooral als het op de markt is. Er zijn verschillende supermarkten in Lome, maar de prijs is meestal Europees of hoger.

We krijgen nu ook wat vaker bezoek. Traditie in Togo is dat je je gast eerst water geeft. Daarna kun je geven wat je wilt, maar water is het eerste. Vervolgens vraag je hoe het is, met de familie en het werk en dat kun je uitbreiden zover je wilt. Over het weer wordt niet gepraat. En ik betrap mezelf erop dat IK het WEL doe! Na 5 jaar in het buitenland blijft dat Nederlandse trekje boven komen.