elke dag een ander uniform
We zitten nog in het rustige seizoen van de campus. Zo’n 30 personen, geen scholen, alleen de kliniek en voorbereidingen voor het nieuwe kwartaal, dat eind September begint. Dan draaien we 3 YWAM-scholen en zitten we ineens met zo’n 120 mensen op dezelfde oppervlakte als nu! Vorig jaar januari waren we met zo’n 50 personen. Dat record gaan we dus verdubbelen nu!
Dit betekent dat we flink wat dingen moeten regelen.
Zodoende was ik maandag een kamer aan het schilderen, dinsdag en woensdag een welkomstdocument aan het schrijven, donderdag aan het voorbereiden voor de leerkrachtentraining die vrijdag weer is begonnen, één dag per week.
Vrijdag was echter de topper. Ik liep om 6 uur naar het klaslokaal om alvast wat voor te bereiden, toen Amy me tegemoet kwam lopen. Ik heb je nodig Ellen, we hebben een bevalling deze ochtend. Oke. “Hoever is ze?” “8 cm, ik denk niet dat het nog lang zal duren. ‘t Is Josephs vrouw trouwens“ Joseph is een van de leerkrachten die ik vandaag zou trainen. Hij vertelde me in juli dat ze zo’n moeilijke zwangerschap had. Bij de andere 2 jongens was ze niet zo moe en met zoveel lichamelijke klachten. ‘k Voelde een kleine onrust opkomen. Als de bevalling dan maar zonder problemen zal gaan. ‘k Had mijn nettere kleren aangetrokken voor het lesgeven, dus rechtsomkeert mijn ‘verpleegsterskleren’ aangetrokken. Joseph bleef in de kamer tot bijna op het eind. Dat is niet de gewoonte hier. Meestal zitten ze al een uur voordat de uiteindelijke bevalling komt op de gang of buiten te wachten. Met soms nog een moeder of zus.
De bevalling liep trager dan verwacht, maar uiteindelijk kwam dan toch een prachtige zoon op de wereld! Amy heeft de leiding, maar ik ben de ‘vanger’. Ik moet de baby pakken als het eruit komt en op de buik leggen. Erica, die vorig jaar IPHC-school heeft gedaan, wordt getraind voor ‘babyverzorger’. We binden samen de navelstreng af en een van ons knipt hem door. Dit keer deed Joseph het. We kennen hem te goed en breken soms een beetje door de gewoontes heen hier. Vervolgens zorgt Erica voor de baby, kijkt alles na, zorgt dat de baby warm blijft en wast het. Ik heb de taak voor de moeder te zorgen en de placenta op te vangen. Amy loopt tussen ons tweeen heen en weer om aanwijzingen te geven. De placenta liet nog even op zich wachten. De buik zag er nog dik uit, maar was wel hard. De tweede keer dat Amy komt kijken, kijkt ze met bijna verontwaardigde ogen naar de buik. “Waarom is die buik nog zo dik?” We kijken elkaar aan. “’t is toch geen tweeling?” Joseph, krijgt ze een tweeling? Joseph schudt zijn hoofd. Vervolgens kijkt hij zijn vrouw met grote ogen aan: een tweeling?! We luisteren of er nog een baby-hartslag is te horen. Maar het is moeilijk te horen. Maar ‘t is duidelijk dat wat daar zit niet de placenta alleen is. Amy begint te lachen. “Ja hoor, Joseph, ‘t wordt een tweeling!” ‘t Is duidelijk dat Joseph wat verdwaasd is.
Niet veel later wordt een tweede jongen geboren, in stuitligging. Slap en veel magerder. Maar het begint gelukkig zachtjes te huilen. De rest is dan niet meer zo moeilijk. De placenta komt zonder problemen en ze worden goed verpakt apart gezet. Die gaan mee met de familie om begraven te worden. Ondertussen zijn de andere leerkrachten natuurlijk ook aangekomen op de campus en ze lachen allemaal om meester Joseph die nu 4 zonen heeft. Wilson is onze cameraman, die maakt foto’s van de baby’s. Plan is om een fotogallerij te maken met alle babies die hier geboren worden. ‘k Geniet er altijd van als we zo ‘samenwerken’, allebei in een heel ander beroep, maar toch samen.
De training had al om half 8 moeten beginnen, maar ‘t is ondertussen half 9. Vlug neem ik een douche en trek mijn nette kleren weer aan. In de eetzaal staat het ontbijt nog te wachten. Onder het eten probeer ik mijn lesstof weer voor de geest te halen. Welke juffrouw helpt eerst met het bevallen van een tweeling bij de vrouw van de meester en geeft vervolgens dezelfde meester les in educatie?
Zaterdagmorgen vertrekken we met het hele team naar het stuk grond dat we gaan ontginnen voor de basisschool. Van Ezekiel (4 jaar) tot de oudste die rond de 60 is. Kapmessen en houwelen over de schouder en een fles water in de hand trekken we de bush in. Tot 2 uur in de middag hakken we alle maisplanten en ander gewas om. Een andere groep loopt een kilometer om lange palen te halen en die vervolgens van de bast te ontdoen en in te smeren met teer of iets dergelijks. De groep ‘kappers’ begint met het uitgraven van gaten om de palen in te zetten. Onze nieuwe school heeft namelijk wel de grond, maar nog niet het gebouw. Dus gaan we lesgeven in open klaslokalen, met alleen een dak van bladeren. De school begint over een week. Op zijn Afrikaans, geen zorgen voor morgen.
Die avond zitten we in Amy’s huis met een grote puzzle op tafel. Een schaal zelfgebakken havermoutkoekjes op de tafel. Hèhèh, weekend! We voelen ons moe maar voldaan, en de blaar die we alledrie op onze handen hebben van het kappen met een machete dragen we met trots, als een kleuter die op vrijdagmiddag een sticker krijgt van de juf!