Respect 14 feb.

Wilson is bij de koning van het Noepe-gebied geweest om een handtekening te krijgen voor de landeigendomspapieren. We hebben vorig jaar al een stuk land gekocht in de buurt van de campus. De een zijn dood is de ander zijn brood, want omdat de begrafenis moest worden betaald van een familielid, besloot de vorige eigenaar het land te verkopen. Dit moest vlug gebeuren, want een begrafenis kun je niet eindeloos uitstellen. Zodoende konden wij een stuk land voor de helft van de gangbare prijs kopen. 

Hier in Noepe moet je samen met de vorige eigenaar naar de chief van het dorp gaan om bij hem te bevestigen dat je het land koopt. Dit om te voorkomen dat het land dubbel wordt verkocht. Maar daarmee ben je er nog niet. Er moeten zo’n 3 stempels bemachtigd worden voor je land officieel op nationaal niveau is geregistreerd. Na de mondelinge getuigen, nu dus voor de eerste officiele stempel. Nu moest Wilson naar de chief van het grotere district, zeg maar gemeente Veere. Ze noemen deze man geen dorpshoofd, maar hij is koning. Dat hij koning is blijkt wel uit de manier waarop hij mensen ontvangt. Elke koning heeft eigen tradities, dus als je niet uit het gebied komt, is het belangrijk goed op te letten. Wilson komt niet van hier, maar gelukkig de vorige eigenaar wel, had hij iemand om van af te kijken.

De opstelling is vierkant. Aan beide zijkanten zitten 4 mannen, de gemeenteraad? Zij assisteren de koning in zijn regering. Voorin zit achter een tafel de koning. Wilson, de vorige eigenaar en een getuige zitten tegenover hem op een bankje. Een van de mannen van de zijlijn functioneert als tussenpersoon. Hij stelt de bezoekers aan de koning voor. Allemaal zakken ze voor het bankje op hun hurken, ellebogen rustend op het bankje. Een reeks groeten en vragen volgt, wat ongeveer neerkomt op de koning groeten en vragen naar de welstand van vrouw, kinderen vee en de rest van het bezit. Nadat ze welkom zijn geheten, vraagt de koning via dezelfde man wat ze komen doen. Geen enkele vraag komt rechtstreeks, alles wordt via de tussenpersoon gecommuniceert. Uiteindelijk worden de documenten overhandigd aan de koning en ondertekend. Dat was met wachttijd erbij meer dan een uur werk voor de eerste stempel. (niet meegerekend de 2 keer dat Wilson langs is geweest voor een afspraak en een keer komen zonder dat de tweede partij kwam opdagen.) Nog 2 stempels te gaan voor we nationaal zijn geregistreerd!

Dit alles werkt bij ons op onze lachspieren en ’t klinkt als een soort toneelstuk dat opgevoerd wordt. Voor de mensen hier echter is het de normale gang van zaken en de koning en dorpshoofden hebben het respect van de bevolking.

Een team uit Kona is hier op outreach. Na de 3 maanden theorie waarin ze zich vooral orienteren op hun relatie met God en Evangelisatie komen ze 12 weken in Togo om te Evangeliseren. Ze doen dit door bijbelstudie en gesprekken in de dorpen, gevangenissen, onder prostituees, weeshuizen en straatkinderen, maar ook door praktisch te helpen op de campus hier en in de dorpen. Wilson is hun aanspreekpunt als iets geregeld moet worden. Zo reed hij hen op een middag naar een van de dorpen om met het dorpshoofd te praten en te kijken wat ze evt. In het dorp konden doen. De meesten in de groep zijn jonger dan 25. Wilson kwam een beetje gefrustreerd terug. “Sommigen hebben er echt geen idee van hoe ze moeten communiceren! Vraagt een van die gasten aan het dorpshoofd hoe oud hij is!” Ik begin te lachen. Dat vraag je aan een leerling op school, niet aan het dorpshoofd. Maar de combinatie van bovenstaande 2 gebeurtenissen opende wel mijn ogen. Wij blanken hebben vaak onbewust toch nog steeds de gedachte superieur te zijn boven de Afrikanen, vooral die in de dorpen wonen. Wij weten immers meer dan zij weten, en die kennis komen we graag even doorgeven. We vergeten dat die man in zijn eenvoudige hut en Afrikaanse gewaad aan wel de leider is van een gemeenschap. Zijn familie is van geslacht op geslacht de leider geweest in dat gebied. Zouden wij aan de burgemeester vragen hoe oud hij is? Of langs komen om hem even te vertellen wat we denken dat fout is in de gemeente? Vooral wie kort op bezoek komt vergeet soms het juiste perspectief te zien.

Ondanks die kleine en grotere fouten die gemaakt worden door deze groepen jongeren doet God ongelooflijke dingen door hen. 3 maanden richten op je relatie met God brengt in veel van hen een diep verlangen boven om over Hem te spreken en Hem te dienen met Woord en daad. Dit team van 11 jonge volwassenen is verschillende keren in de jeugdgevangenis geweest om daar met de jongeren het Woord te delen. Op een dag baden ze als altijd dat de Heilige Geest zou komen en werken in de harten van de hoorders. Tot hun verbazing en ontsteltenis begonnen veel van hen in verschillende tongen te spreken, spontaan te zingen en was het als op het Pinksterfeest. Op het eenvoudige gebed of Gods Geest wilde werken deed God wat ze vroegen, maar op een manier die ze niet verwacht hadden. Bijbelstudies, persoonlijke gesprekken en gebed zijn gedaan met deze jongeren die toch geen van allen lieverdjes zijn!  
Ze gingen mee met het healthcare team om te bidden voor de gevangenen die op het 'spreekuur' kwamen. 3 gevangenen genazen op hetzelfde moment! Een van oorontsteking, een ander van aambeien en een derde ben ik vergeten. Het grappige van de man met erge last van aambeien was dat hij maar naar zijn achterste bleef wijzen en rondsprong roepend dat hij niks meer voelde en genezen was!

Dezelfde groep ging in gesprek met de prostituees. 3 kwamen tot geloof en gaven hun werk in de prostitutie op. 1 heeft hen de hele week gevolgd en geholpen met de Evangelisatie onder de straatkinderen en de ander is teruggegaan naar haar geboorteland Nigeria. 

Ze werkten dagen achter elkaar onder de straatkinderen. ’s Zondags organiseerden ze een dienst in een kerk. Een bus werd georganiseerd om de kinderen die wilden komen naar de kerk te rijden. Een volle bus arriveerde bij de kerk. Gods kracht wordt in zwakheid volbracht. Dit team straalde eenheid uit en eenvoud, hadden dagelijks tijd voor bijbelstudie en gebed. God vraagt niet of we geschikt zijn, maar zijn we bereidt te gaan? Geweldig mooi om te zien wat zulke teams kunnen doen als ze hun kracht buiten zichzelf zoeken. Ze deden niet alles perfect, maakten fouten en hadden soms onderlinge conflicten. Maar hun focus was God en Hem dienen. 

Dat doet me denken aan een vraag die herhaalde malen in mijn hoofd bleef klinken deze week: Als God je uitdaagde om je comfort en zekerheden los te laten en te volgen, op te geven daar waar je recht op hebt, en Hem te volgen, zou je gaan? Zou je durven vertrouwen dat Hij dan in al onze noden naar Zijn rijkdom heerlijk zal voorzien?