lol en leed

Gisteravond laat naar bed. Gaf niet, want ik moest vandaag toch de nachtdienst in, dus was van plan lang uit te slapen. Vanochtend schrok ik echter ineens wakker. Hoe laat is het? 7 uur. Ik wilde me nog een keer omdraaien, maar de gedachte kwam boven naar buiten te gaan. Normaalgesproken ben ik niet zo actief in de morgen, maar vandaag had ik het gevoel dat ik naar buiten moest. Was dit Gods stem, of was ik gewoon uitgerust en toe aan frisse lucht? De ervaring heeft me wel geleerd dat ik met zulke gedachten net zo goed maar uit bed kan gaan, want dan lig ik toch niet meer lekker. Het plan was even een boterham halen en dan met mijn ipod buiten lopen. Misschien laat God me wel een mooie zonsopgang zien ofzo! (goede motivatie om er inderdaad uit te gaan.) Nog zo’n rare gedachte schoot door mijn hoofd: Doe maar even geen brood, gelijk naar buiten, anders ben je misschien te laat. Nee toch, straks bedenk ik nog dat ik moet gaan vasten!  Eerst maar naar boven, en zien of ik dan met brood naar buiten ga. Bij de receptie gekomen staan mijn 2 collega’s net te bidden. Laat ik dus maar doorlopen naar buiten zonder brood, want als ze hun ogen weer open hebben en mij zien, zullen ze tegen me gaan praten, en vragen wat ik ineens om 7 uur boven doe.

Buitengekomen is het een doodgewone ochtend, het regent nog een beetje, dus niet veel joggers vanmorgen. Bewolkt, dus geen prachtige zonsopkomst. Muziekje dan maar in mijn oor, en zien of ik daardoor opgebouwd word. Of ik zat er naast, en God heeft met dit alles niks te maken… Ik loop het hek uit, en er komt een man naar me toelopen. Ik ben erg achterdochtig sinds ik heb gehoord van een bemanningslid die een poos terug ‘s morgens vroeg bedreigd is met een mes. Weer eens te vroeg met mijn achterdocht;‘Please, can you help me? Ik heb mijn zusje hier gebracht voor hulp, maar ze laten ons niet binnen, omdat we geen pasje hebben.

Watah heet zijn zus, 18 jaar oud. Ineens voel ik me zo verdrietig worden. Alle operatieschema's zijn al volgeboekt. Ik leg het uit, vraag of ze een tel.nr. hebben, zodat ik ze kan bellen als er toch een gaatje vrij komt om de een of andere reden. Samen bidden we of God wil voorzien in de nood en genezing wil geven. Ik loop nog een eindje met ze mee naar de weg. Ze wonen een eind weg en hebben waarschijnlijk niet genoeg voor de hele reis terug, en nu is het nog voor niks geweest ook, die hele reis. Ik zeg dat ze maar door moeten lopen naar de weg, dat ik ze zo achterna kom met wat geld voor het transport. Ik moet er niet aan denken dat ze nog kilometres moet lopen met dat been. Haar knie lijkt geen pezen te hebben ofzo, hij klapt helemaal door naar achteren en opzij.

Als ik terugloop hoor ik dat ze helemaal geen orthopedische chirurgie meer doen.

Heere, dan kan het alleen nog door een wonder genezen! Krijg ik deze mensen alleen maar op mijn pad om Uw liefde te laten zien? In de Bijbel staat toch dat U zult genezen als we ze de handen opleggen in Uw naam? U bent  de God die nooit verandert.

Heer, doe een wonder vandaag! Watah staat bij het hek te wachten. Ik vraag of er al eerder is gebeden voor de knie. Dat is niet het geval.

Ik heb weer gebeden, er gebeurde geen wonder. Een paar boterhammen en yoghurt gegeven, samen met geld voor transport. Nog even gepraat. Ze zijn ook christen. Ik vertel ze dat het zo vreemd was vanmorgen, maar dat ik nu begrijp waarom ik moest komen. Dat God haar bij naam kent, Watah. Ik geef haar nog een knuffel, zegen de broer die zoveel zorg om zijn zusje heeft. En ga terug.

Onderweg komt een oude vrouw me tegemoet lopen. Een oogpatient, die wel een afspraakkaart heeft. ‘Good morning mommy’, groet ik haar. ‘Good morning sister. Please, …(ze komt met uitgestoken handen naar me toe en laat haar pasje zien) can you help me? Ik vertel dat ze nog small small door moet lopen, dan ziet ze vanzelf het schip en de tent waar ze moet wachten. Ze is niet helemaal blind, dus dat moet lukken. ‘Ik kom zo ook die kant op, dan zal ik kijken of u het gevonden hebt. Thank God we can help you mom!’ Met een blijde lach sukkelt mommy weer verder. Ja, dank God dat we haar in elk geval wel kunnen helpen.

Het voelt zo dubbel als ik daar loop; aan de ene kant dankbaar voor het weinige dat ik heb kunnen doen. Maar ook vragen over de God van wonderen, die toch Watahs knie niet genas. Niet op dat moment in elk geval.

Een dagwerker komt me achterop lopen. Hij is een neef van Newton Kamarah, die 3 jaar terug dagwerker was. Newton is 2 weken terug verongelukt, jonge vent van nog geen 30.

Thank God for life, hoor je de mensen hier vaak zeggen. Ja, thank God for life! Voor eten, geld, transport naar een ziekenhuis waar ze je ook nog kunnen helpen. En dank God dat Hij ons soms uit bed haalt om Zijn handen en voeten te zijn, Zijn liefde te laten zien aan een broeder of zuster, of iemand die God nog niet kent.

Op zich heb ik niks bijzonders gedaan; ben uit bed gegaan, in de hoop een mooie zonsopgang te zien, of bemoedigd te worden door een mooi lied; zo lekker ik-gericht he! Maar God zag Watah buiten bij het hek, Hij zag een groter plaatje dan mij! En dat ziet Hij nog steeds. 

 

Later die ochtend nog even naar de tailorshop geweest, Samuel zijn patientenpas geven. Want hij wordt 23 juli geopereerd!! Na 3 jaar bidden, wachten en hopen eindelijk antwoord!
In de Jamaica road dit keer stickers uitgedeeld, (er komen nog een paar prachtige foto’s zodra de site weer goed werkt!) Ik heb een boekje van de ark van Noach gevonden, dus voor de eerste keer verteld! Vandaag kwam het niet veel verder dan benoemen van dieren, maar volgende week doen we het zelfde verhaal nog een keer, tot we andere boekjes hebben! Weer een hele uitdaging, zo op een krukje vertellen met een hoop herrie van de straat,  maar wat een genot zijn die zwarte kopjes!
Lol en leed liggen soms heel dicht naast elkaar.