nog 1,5 week Liberia.. de gevangenis
2 weken terug naar de gevangenis geweest, was er al meer dan een maand niet geweest, maar Lofty af en toe een berichtje gegeven via de anderen die wel gingen. Een blije lach op haar gezicht als ze me weer ziet. Tijdens de ‘dienst’ zie ik dat er weer een paar nieuwe vrouwen bij zijn gekomen. Die vallen altijd op. Stil, triest, lamgeslagen of verbitterd. Van het ene op het andere moment zijn ze hier beland, om de meest bizarre redenen. Meestal is het omdat ze gevochten hebben met iemand die hen benadeelde, of vanwege diefstal.
De vrouwen die hier al langer zitten hebben zich neergelegd bij de situatie, bouwen hier een soort nieuw leven op lijkt het wel. Hebben hun vriendinnen, bezigheden, en proberen de moed niet te verliezen. Die hoop zie je opleven naarmate we meer zingen. In Indonesië klonk het zingen van gevangenen ook altijd zo bijzonder. Hier is dat ook. Alsof achter deze gevangenismuren het samen zingen ramen in die muren met prikkeldraad maakt, waardoor de mensen weer uitzicht krijgen, hoop, licht zien dagen. We zingen dan ook lang en steeds enthousiaster! Geweldig hoe ze hier met hun hele wezen zingen. Als we het lied ‘He will carry my load’ (Hij zal mijn last dragen) zingen, loopt een oudere vrouw al dansend weg, en komt een minuut later met haar tasje bezittingen op het hoofd terug, danst een rondje door de kring, en loopt met een brede glimlach weer weg. Als we zingen ‘everybody bow before Him’, dan moeten we allemaal een diepe buiging maken. De gevangenis wordt in dat kwartier een plek van pure vreugde, elke keer weer!
Na het zingen is er tijd voor getuigenissen. En altijd weer is er achter deze muren reden tot danken. Voor gezondheid, bericht van thuis, rechtzaak die eindelijk plaats zal hebben, God die dingen openbaart die ze thuis nooit geleerd zouden hebben.
Na de ‘dienst’ is er tijd voor gesprekken 1 op 1. Lofty rent rond achter degenen die een camera hebben, dus daar is niet echt mee te praten. Ik weet niet wat ik hier nu 3 kwartier moet doen eigenlijk Heere.. ‘k Ben moe en heb niet veel inspiratie. In mijn tas zit de kinderbijbel, maar die wil ik pas geven als Lofty tijd heeft. Heere, wilt U maar iemand naar mij toesturen, ik weet niet wat ik tegen iemand moet zeggen.
Even later komt Anita naast me zitten. Ze is 5 dagen geleden aangekomen. Ze had geld geleend van een vriendin, maar kon het nog steeds niet terugbetalen. Het geduld van haar vriendin was op, ze wilde nu geld zien. Wel, ze had het gewoon niet, dus wat kon ze doen? Ze werd aangegeven bij de politie, die bracht haar hier. . Of haar verhaal waar is, weet ik niet. Dat weet je eigenlijk nooit J.
Soms is het zo raar hoe bepaalde mensen in 10 minuten je hart veroveren. Anita heeft iets over zich dat me raakt. Samen bidden we dat ze op haar verjaardag (5 dec.) thuis mag zijn, en samen bidden we voor de regering, in het bijzonder de minister van justitie, dat hij een rechtvaardig hart zal krijgen.
Even later komt Lofty bij me zitten. Ze is helemaal blij, ze heeft bezoek gekregen van de vrouw die voor haar kinderen zorgt, en heeft de foto’s die ik haar had gegeven meegegeven aan haar. Haar kinderen missen haar soms heel erg, maar ze zijn gelukkig gezond.
Ik geef haar de kinderbijbel, en vertel haar dat ze deze bijbel moet delen met de vrouwen in de gevangenis, maar als ze naar huis gaat is deze bijbel voor haar kinderen. Niet de hoop opgeven Lofty, op een dag zul je met je kinderen om je heen ditzelfde boek vasthouden. En dan moet jij vertellen van Jezus aan hen! Ze lacht blij. Alleen is lezen niet haar sterkste kant. Zal ik lezen nu? Als kleine kinderen leunen ze tegen mij aan als ik hoofdstuk na hoofdstuk lees. Onder het lezen geven ze hardop commentaar, herhalen het verhaal, ze leven het hele verhaal mee. Ik dacht er niet aan dat Jozef voor deze vrouwen zo boeiend is, omdat hij ook onterecht in de gevangenis belandde. We praten erover hoe Jozef ook in de gevangenis Gods wil bleef doen, de bewaking hielp, er was voor zijn medegevangenen. Verder met Mozes, de plagen, hoe God voorzag in dagelijks brood. Ik vraag of zij voorbeelden hebben hoe God dagelijks voorziet. Dan vertelt Anita hoe ze met niks aan kwam hier, en dat Evelyn, een andere gevangene zomaar zeep met haar deelde. Dat is Gods handen en voeten zijn!! Evelyn wordt erbij gehaald, en ik bedank haar dat ze dat heeft gedaan. Dat zij een levend voorbeeld is van wat Jezus zou doen. Ze lacht een beetje verlegen, en is zo weer verdwenen. Mooi he, zulke mensen die in het verborgene doen wat God van ons vraagt.
Afgelopen zaterdag ben ik voor de laatste keer in de gevangenis geweest. Eigenlijk had ik helemaal geen zin. Lofty ga ik niet meer vrijkopen, ze heeft 3 verschillende verhalen verteld, waarvan alleen de kern van het verhaal hetzelfde blijft. Ze is opgepakt omdat haar man beschuldigt wordt van verkrachting, maar zij weet nergens van. En ipv 50 zou vrijkopen 150 dollar kosten. Daar ga ik niet aan beginnen.
Afijn, zin of geen zin, ik word daar verwacht, en ’t is goed om even echt afscheid te nemen. Ik ga als een van de eersten het vrouwengebouw in. Er zijn zo’n 5 cellen, waarover 30 vrouwen verdeeld zijn. Alle cellen komen uit op een binnenplaats, vanwaar de gemeenschapsruimte ook te bereiken is. Als wij aankomen loopt meestal iedereen naar die ruimte toe voor de dienst. Ik loop langs de cellen, als mijn oog valt op een vrouw die naast haar matras zit, en de andere vrouwen staan tegen haar te foeteren en aan haar armen te trekken. Ik stap er naar toe, “What happened?” Gelijk kakelen er 6 door elkaar: ‘Ach ze stelt zich aan’, ‘ze is ziek’, ‘kijk maar ze heeft een wond onder haar borst.’ De vrouw zelf zit in elkaar gedoken met haar ogen dicht, en een gezicht waarop pijn staat te lezen. Andere vrouwen trekken haar shirt al naar boven, tillen een borst op, waar een open rode wond zit zo groot als mijn handpalm. Haar andere borst is helemaal hard. Het gepraat is gestopt, ze kijken allemaal naar mij, alsof ik degene ben die nu de grote oplossing heeft. Ik weet het gewoon niet.. Ik vraag haar me aan te kijken, maar ze blijft met dichte ogen zitten. 2 vrouwen willen haar overeind trekken, maar ze houdt zich slap. ‘Ze stelt zich aan, ze kan best lopen!’ Ik weet het niet, die wond is in elk geval geen aanstellerij. Ik vraag of ze op willen houden met aan haar te trekken. De meesten gaan nu naar de gemeenschapsruimte, ‘k blijf alleen met haar en 2 vrouwen over. Ik wil contact krijgen, maar lijkt erg moeilijk. Ik pak haar hand en begin te bidden. Geen reactie. Ik pak een proefmonstertje van crème uit mijn tas, smeer dat op haar hand, en laat haar ruiken. Geen reactie. De vrouw die bij me is gebleven zegt: ze kan best staan hoor. Ik besluit maar door te pakken dan. “Kom op, Oretha, hier op de grond zielig blijven zitten maakt je ook niet gelukkiger, ik neem je mee naar de dienst, dan kun je meeluisteren als we zingen.” Tussen ons in, nog steeds met dichte ogen volgt ze de commando’s emotieloos op. De anderen kijken me met grote vraagogen aan. Wat bezielt mij nou weer om haar mee te slepen? Ik weet het ook niet. Ben bang dat ze straks ineens bewusteloos van de bank rolt ofzo. Iets in me zegt dat het goed is wat ik doe, maar geloven de anderen dat ook? Waarom is de mening van anderen soms zo van belang?
De dienst begint, Oretha hangt half tegen me aan, soms lijkt het dat ze wat wil zeggen, maar alleen haar mond beweegt. Dan zakt ze weer half van de bank, maar hijst zichzelf toch weer op. En ik zit daarnaast alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Als ik mijn arm om haar heen sla, voel ik hoe mager ze is, geen grammetje vlees lijkt er op haar schouderbladen te zitten. Ondertussen blijf ik bidden dat er iets mag veranderen, en dat ik doe wat wijs is.
Ik heb het idee dat er in haar ziel zoveel diepere wonden moeten zitten dan die wond op haar borst. Waarom wil ze haar ogen niet open doen? Waarom zegt ze niks, reageert ze nergens op? Waarom stelde ze zich idd aan, want ze kon gewoon lopen?
We gaan zingen. Ook nu weer die reactie die het zingen geeft bij de andere vrouwen. Ik voel mijzelf ook rustiger worden. Stilletjes blijven bidden dat God doordringt in de ziel van dit hoopje ellende. Wat ik hoop gebeurd. Het raakt ook Oretha. Ze begint met haar mond te bewegen, en op een gegeven moment gaat ze zelfs in haar handen klappen! Nou ja, ze beweegt ze tegen elkaar, er is in elk geval reactie op wat er om haar heen gebeurd. Ik zie sommige vrouwen ook glimlachen, ze zien ook verandering!
Aan het eind van de dienst moeten wij als mercy shippers in een kring in het midden gaan staan. Ze gaan voor ons bidden. Een vrouw zet een lied in: you’re my brother, you’re my sister, so take me by the hand. Together we will work until He comes. There’s no foe that can defeat us when we’re walking side by side, so long as there is love, we will stand. The day will comeWhen we will be as one,And with a mighty voice together We will proclaimThat Jesus, Jesus is KingIk kijk de groep rond: een grote kring en een kleine in het midden daarvan. Een groot gevoel van warmte, liefde, eenheid, vriendschap straalt van dit moment af; al komen we van over de hele wereld, en zit de grootste groep achter de tralies, er is deze maanden een band ontstaan over en weer. De middelste kring laat elkaar los en ieder omhelst degene die een bijzonder plekje heeft gekregen: Een pijnlijk mooi moment!
Voor ik wegga, neem ik even Anita apart. Wil zij voor Oretha zorgen? “Oretha is psychisch gestoord, ze heeft haar eigen baby doodgemaakt!” Ik geloof dat Oretha heel veel liefde nodig heeft, ook al zou ze haar eigen kind hebben gedood. Anita beloofd dat ze op haar zal letten, en net zo voor Oretha te zorgen als Evelyn voor haar deed toen ze net aan kwam.
Willen jullie meebidden, voor Oretha’s wonden, dat Anita op haar verjaardag naar huis mag, en Lofty de kerst thuis mag vieren?
(Begin deze week zijn er schijnbaar 200 gevangenen ontsnapt, wie weet zitten ze daar wel bij. Hoewel ik bang bent dat juist het grote schorem dit voor elkaar krijgt, en niet de kleine criminele figuren :-) )