weekend in de 'Bruine wereld'

Afgelopen weekend naar het noorden geweest. Het was heerlijk om even helemaal weg te zijn van het schip.  Stel je een winkelwagentje voor met daarin 12 pakken Yogho en 2 pakken chocomel denderend over een klinkerweg. Zo voelde ik me in het busje waarin we op safari gingen. Met 12 yovo’s (blanken) in een kleine bestelbusje gepropt, een chauffeur en gids voorin, denderden we over de afrikaanse weg, op naar het park Penjari. Rode zandweg, vol ribbels/bobbels, maar het busje reed alsof het de A58 was. Alles rammelde en beefde, wij incluis. 12 yovo’s in een dolle bus, denderend door het bruine land. Reizen in Afrika doe je biddend :-). Deed ik dat in NL nou ook? Alles went blijkbaar, en al stuiterend geniet ik dan toch van het ’andere Benin’, wat ik in gedachten ’de Bruine Wereld’ ben gaan noemen.

Mensen in het noorden leven nog heel traditioneel, veel traditioneler nog dan Liberia. Allemaal ronde zandkleurige lemen hutjes, met rieten daken. Bruinrode aarde met geelbruin gras, bruine mensen, met rafelige kleren aan (vaak alleen een wikkellap of shirt), smoezelig door het vele dragen. Dan groene bomen waaronder het dorpsleven zich afspeelt tijdens de warme middaguren. Dit is echt een bruingroene wereld, met weinig kleur. De enige regenboog aan kleuren die de aandacht trekken, zijn de vrouwen die met volle schalen of manden op hun hoofd op weg zijn naar de markt. Ze moeten minstens 3 uur lopen denk ik. Maar voor de markt zijn ze letterlijk op hun Paasbest gekleed. Schitterend die regenboog aan kleuren, statig rechtop lopend achter elkaar, met kinderen op hun rug en een toren van koopwaar op het hoofd. (Ik heb elke keer weer bewondering voor de kracht die in deze vrouwen zit. Als ik dat gewicht al kon dragen, dan kon ik het niet volhouden in de hitte, en niet zover lopen op blote voeten of dunne slippers.)
Ik vraag me een moment af of zwaaien hier iets anders betekent dan een vriendelijke groet; Ik zou niet zwaaien naar een dolle bus die je de komende minuut in een wolk van rode stof bedekt. Maar ook in de Bruine Wereld is zwaaien een vriendelijke groet!

 

In een van de dorpjes stoppen we om een man te bekijken die een grote tumor heeft. Busje stopt, een paar van ons rollen eruit. In no time staan er een groep kinderen met grote ogen te kijken, komt de dorpsoudste en steeds meer volwassenen om ons heen staan. De man wordt gehaald, de medische mensen kijken en maken foto’s. Onze gids spreekt maar weinig engels, en het kost wat moeite om de procedure van het schip uit te leggen. We beloven uitleg te geven via een vriend bij het hotel waar we slapen. In elk geval kan hij niet met ons mee terug rijden naar het schip dit weekend. Ik kan me alleen maar voorstellen hoe het moet zijn voor deze mensen om op het schip te komen! Man, wat een andere wereld, wat moet dat eng zijn als je ook de taal nog es niet snapt, en ze gaan je medisch behandelen!! Dan moet de nood wel serieus zijn!

Ondertussen staan de kinderen te kijken en in de bus te wijzen. Ze schijnen verbaasd te zijn over de 14 plastic flessen water die onder het bankje liggen. Is hun water bruin? Hebben ze hier niet zoveel water? Of zijn de flessen op zich bijzonder?
'k Had ze graag een gekleurde ballon gegeven, maar die zitten in een tas op het dak.
't Volgende dorp is net een stapje verder ontwikkeld: er hangt een bord 'bed and breakfast!!’ Dat moet interessant zijn, om in een van die hutjes de nacht door te brengen! Benieuwd hoe het ontbijt er uit zou zien.. Penjari Park heeft herten in alle soorten en maten, bavianen, olifanten, nijlpaarden, krokodillen, buffels, leeuwen, en mooie vogels! 't is aan het eind van het regenseizoen, dus ook hier een bruin-groene wereld. Op het dak van het busje is het beste plekje, zolang het niet midden op de dag is. Heerlijk als de bus stopt; de stilte voelt aan alsof ik ineens doof ben. Krekels, vogels, dat is alles. Aan het eind van de middag krijgen we een verrassing: midden op het pad staat een nijlpaard! Alsof hij daar gezet is om op ons te wachten. Hij kijkt ons aan voor 20 seconden, en sukkelt dan op het gemakje verder, naar de rivier. De volgende dag krijgen we een kudde van bijna 30 olifanten te zien, die parallel met ons pad zich een weg door de wildernis baant. Wonderful! 

Aan het eind van de dag denderen we weer als dolle yovo’s in het blauwe busje terug naar de bewoonde wereld, we zien er allemaal lekker gebruind uit. Voor we de bewoonde wereld weer inrijden, stoppen we bij een klein ’paradijsje’, een waterval omringd door groen. Na een verfrissende duik kruip ik echter lichtelijk teleurgesteld uit het water. Ik voel me meer yovo dan ooit tevoren: ik dacht dat ik lekker bruin geworden was, maar het was een dun laagje roodbruine stof dat er in het water afgespoeld is. Eens een yovo, altijd een yovo! En ik hoor nog steeds bij de top-yovo's :-).