land+huis=landhuis?

Omdat we leven van wat kerk, familie, vrienden en soms wildvreemden ons geven, geeft dit soms bepaalde (voor)oordelen over hoe we ons geld besteden. Daarom deze keer uitleg van de keuze om een stuk land te kopen.

We krijgen maandelijkse en eenmalige donaties waarvan we in ons dagelijks onderhoud voorzien. We bouwen echter geen pensioen op en krijgen ook geen uitkering als we stoppen met werken. Dat betekent natuurlijk niet dat we niet hoeven voor te bereiden op de toekomst.  We zullen waarschijnlijk niet bij YWAM werken ‘tot de dood ons scheidt’, en willen daarom voor onze huisvesting niet blijvend van de campus afhankelijk zijn. In het kader daarvan hebben we een stuk land gekocht op loopafstand van de campus. Allereerst als investering. We kochten het land voor een heel laag bedrag en de waarde van het land stijgt met het jaar in deze omgeving. Mochten we uiteindelijk niet meer in de buurt van de campus willen wonen, dan kunnen we het altijd voor een groter bedrag verkopen.
Het land ligt een eind van de weg af en is op het moment ook niet bereikbaar per auto. Ook water en electriciteit ontbreken, maar de locatie is rustig en de ‘buurt’ is goed met elkaar. Stukje bij beetje zullen we het land klaar maken om een huis op te bouwen. Een weg aanleggen tot bij het land, electriciteit en daarna water. Een langdurige investering die altijd de moeite waard zal zijn.
De omliggende dorpen hebben een groot drinkwaterprobleem. Mocht dat over een paar jaar nog zo zijn, dan kunnen we een pomp aanleggen op dit stuk land en schoon water verkopen, zodat men niet meer kilometers hoeft te lopen.
Dat zijn echter allemaal toekomstdromen. Op dit moment verbouwen we cassave, teakbomen, een paar ananassen en er groeit een oude mango-boom. Elk jaar is er ook in Togo een boomplantdag, dus elk jaar planten we er iets bij. Vorig jaar mango’s en een mandarijnboom, dit jaar waarschijnlijk papaya en nog een paar ananassen. Er groeide een prachtige ananas, maar voor we hem plukten was een voorbijganger ons voor en moeten we nu dus weer een jaar wachten op een nieuwe ananas. Kortom,  de aankoop van dit stuk land is niet een teken dat we in de slappe was zitten of met geld gooien, maar een investering voor de toekomst en ook een voorbereiding op het vinden van een eigen stekje op de lange termijn.

Plan voor dit jaar is een Hapatam te bouwen. Hapatams zijn de traditionele vergaderhutten die in vrijwel elk dorp te vinden zijn. Een rieten dak op palen waaronder je kunt zitten in de schaduw. Als die gebouwd is, kunnen we in de weekenden  weg van de campus, genieten op ons eigen land J. Vooral voor mij is dat een uitkomst, de muren komen tegenwoordig vaak op me af in ons kamertje van 4 bij 4 meter. Als Gaby straks kan gaan lopen en kruipen weet ik niet meer waar ik alle spullen op moet bergen buiten het bereik van haar grijpgrage handjes.

Ik heb de leiders gevraagd of we misschien een kamer erbij kunnen krijgen, maar er is op het moment een blijvend tekort aan huisvesting. Eerlijk gezegd worstel ik behoorlijk met het leven in een soort pakhuis. Ik kan het moeilijk gezellig maken, de inrichting is vooral praktisch en passen en meten. Alles moet gelijk weer op zijn plaats terug als het gebruikt wordt, anders kun je niet meer lopen. We zitten hier nu bijna 2 jaar en ’t is gewoon tijd voor wat meer ruimte. De leiders zijn het daar helemaal mee eens, maar kunnen ook niet meer geven dan we nu hebben. Toch geloof ik dat God deuren kan openen waar wij ze niet zien. Willen jullie meebidden voor een mogelijkheid dat we iets ruimer kunnen gaan wonen? Of dat ik vrede mag krijgen met de ruimte die we nu hebben en er met vreugde zal kunnen blijven tot we groter kunnen gaan wonen? Ik wil geen zeur zijn, maar de laatste weken ben ik het toch vaak. Ook al weet ik dat er mensen met veel minder moeten doen dan wij, toch worstel ik om op dit moment tevreden te zijn met mijn kleine hokje. Dankjewel voor jullie gebed!