Jamaica Road 27 juli
We zijn weer door 'onze' straat geweest: Jamaica road. In onze tas ballonnen en paracetamol, want gisteren had Esther, zo heet de vrouw van het 'snoepwinkeltje', hoofdpijn. Deze keer is de buurman ook weer open, en zoals beloofd koop ik deze keer antaflu-snoepjes van hem ipv Esther. We hebben een beetje haast, dus geen verhaal dit keer.
Na een bezoekje aan de tailorshop weer op 'huis' aan. Maar een oude man houdt ons aan, en begint een heel verhaal op te hangen over zijn oog. Die ziet er niet echt goed uit, maar ik kan zijn liberia-engels niet volgen. Ik vraag een meisje even te vertalen. De volgende 5 minuten legt hij uit dat hij om 5 uur 's ochtends was vertrokken, en helemaal naar de kliniek was gelopen (1,5 uur denk ik als je half blind bent) en toen alleen maar druppels had gekregen van de mensen van mercy ships. En die hielpen helemaal niet! Ik zeg, in mijn beste liberia-engels: sorry, maar wij kunnen niet alle mensen helpen. Die druppels waren niet om te genezen, maar om de pijn te verminderen. I'm really sorry sir, I wish we could have helped you.' (Grappig eigenlijk, dat je dan in de wij-vorm praat, terwijl je niks met oogoperaties te maken hebt. Maar voor de mensen ben jij mercyships, dus kun je helpen.. Dus ben jij degene die hen fout behandelt heeft als het niet goed ging, maar ook degene die ze dankbaar zijn als ze wel geholpen zijn.)
Ellen en ik lopen verder, en opa vindt ons blijkbaar zo aardig, dat hij een eindje mee op loopt. Tijdens een gevecht is hij blind geworden aan 1 kant, maar de andere kant is 'faaain' (erg goed). Zo keuvelen we lekker onder het lopen, zonder echt helemaal te weten waar we het over hebben. Dan kruist ineens boer Harms onze weg; niet uut drenthe, maar out Monrovia. Inclusief boerenpet en grote laarzen aan. Gemoedelijk mannetje, en blijkbaar bevriend met opa. Boer Harms is pas geholpen door Mercy Ships, dus hij bedankt ons voor de hulp. Nu moet hij volgende week alleen nog om een leesbril komen, helemaal enthousiast istie. Zijn Liberia-engels snappen we weer wel, dus hij is nu de tolk. Het blijkt dat opa eigenlijk een zonnebril nodig heeft. De felle zon is erg slecht voor de ogen, en kan pijnlijk zijn. Dus het is echt een medicijn hier! (Dat is ook de reden dat je soms een hele rij 'filmsterren' door de poort ziet lopen: allemaal met een flitsende zonnebril op! Ze hebben alleen geen facelift gehad, maar ze worden er niet minder mooi door.)
maar boer Harms brengt dit keer de oplossing: geen probleem, ik heb er nog een liggen thuis. Kom maar mee! En daar gaan de 2 oudjes, hand op de schouder van de ander, keuvelend in hun liber-engels. Wij doen het dan maar weer op zijn Nederlands.
De buurman van het shopje waar we net snoep kochten heeft ons ook al in het hart gesloten, Abdul wil zijn maaltijd met ons delen. Ik neem een lepel om te proeven van zijn fufu met sausje. Lekker hoor, maar we moeten op tijd terug zijn op het schip (en ik heb liever dat hij zijn eigen maag goed vult.)