1 dec. nog een week, jamaica road

Nog 2 weken.. De afgelopen week was weer vol met allerlei momenten die ik vast zou willen leggen, bang dat ik ze vergeet. Maar ’t zijn er teveel om elke keer op te schrijven. Zoals mijn Jamaica-Road-momenten.

 

Bijvoorbeeld vrijdag. Ik ben vrij tot 2 uur, dus ga even snel met de fiets naar Jamaica Road, stof weg brengen voor een jurk. De tailor is 10 min. lopen als je niet praat onderweg met iedereen. Ik loop zo vlug mogelijk door naar Abraham de tailor, die mijn maten opneemt. Altijd grappig dat hij vraagt bij het opmeten van mijn taille: heb je net gegeten of niet? Zo niet, dan moet er waarschijnlijk een cm bijgemeten worden. Of hij staat versteld van mijn omvang natuurlijk.

Lea 

Ik stop even bij Lea, een vrouw die zo ratelend snel Liberiaans-engels praat, dat ik de helft maar versta, de andere helft interpreteer ik. Ik koop bij haar een bordje fried plantain, gefrituurde bakbanaanplakjes. Die deel ik met de andere mensen in haar shopje, ondertussen kunnen we praten. Zij zal de kerstkinderclub met Anneke samen regelen. Heeft een lijst met 200 namen gemaakt, maar waarschijnlijk zijn dat allemaal kids van de kerk. Op mijn vraag of mijn vriendjes aan het begin van de straat er ook op staan, weet ze niet wie ik bedoel. En wonder boven wonder, daar komen juist Fanta en Prince aanlopen, met een pannetje en bordje op hun hoofd! Dit zijn mijn vriendjes, vertel ik blij. Om zeker te weten dat deze kids naar de club zullen komen, vertel ik dat Lea helpt met het regelen van de club voor kerst, en dat ik heel graag wil dat ze komen! (nu komen ze 2 keer per week langs bij Lea om te vragen of de club al is, en zo niet, hoe lang het dan nog duurt!). Ze zijn op weg met hun lege pannetje naar een tante, om eten op te halen. Ik til de dekseltjes op en stop onder elk deksel 10 Liberties ( ong. $0,20) Doe ik eigenlijk nooit, maar ’t is zo gezellig vandaag, ’t moet maar een keer feest zijn vandaag. Ik pak de fiets weer, maar kom dan een ander meisje tegen, Gifty geloof ik, ook van het begin van de straat, en een jongen die met zijn 10 jaar al bij de kleermaker werkt! Hij kent mij, ik hem niet, maar daar verwonder ik me al niet meer echt over. Hij wil geld voor water. Ik laat hem geld wisselen en 10 cent voor water houden. De andere 10 cent zijn dan voor het meisje. Ze hebben wel geluk vandaag, normaal ben ik niet zo geldgeverig.  ’t Is zo’n lekker stoer joch, met nu al spierballen als een knul van 14 in Nederland zou hebben. Blinkt van oor tot oor als ik hem zeg liever geen ruzie met hem te krijgen. Met zijn waterpistooltje is en blijft het toch gewoon een kind, al werkt hij dan al, en kan hij praten als een knul van 16! 

AMOS 

Met Gifty aan mijn ene hand, en mijn fiets aan de andere kant, lopen we samen naar haar huis. Maar onderweg komen we langs Amos, die cake zou bakken voor me. Terwijl hij de cake in zweedse kranten en een maggi-tas pakt, knoop ik een praatje aan met Musu, die ook onder het afdak van de ‘winkel’ zit. Ze heeft oogproblemen, zo’n raar soort bobbeltje op haar netvlies. Ik weet dat dat komt door de zon, en dat een zonnebril kan helpen. Dan begint ze te vertellen dat het komt door de rebellen dat zoveel mensen oogproblemen hebben. “We moesten soms wel een uur met onze ogen wijd open in de zon kijken, vertelt ze. Hm, dan trokken ze je hoofd aan je haren naar achteren en dwongen je de ogen open te doen. En als je’t niet deed dan werd je geslagen. Soms verkrachtten ze ons, soms lieten ze je gaan, soms werd je geslagen, je wist het nooit wat er zou gebeuren! Maar ik had geen familie of wat ook waar ik naar toe kon vluchten, en je was nergens veilig!” Van een oogprobleem komen we ineens op de gruwelijke herinneringen van de oorlog. Ik wil het toch ineens weten, hoe zij dan tegen die verhalen aankijken, van rebellen die veranderd zijn, tot geloof gekomen, goede mensen zijn nu. ‘Ja, dat is soms moeilijk. God heeft ze vergeven, en ze zijn nu goede mensen geworden. En ik heb ze ook wel vergeven, want we zijn christen. En als je niet vergeeft, blijft het oorlog. Je moet vergeven, anders kun je niet verder met leven. Maar vergeten kan ik het niet hoor! In mijn hoofd kan ik het niet laten verdwijnen..” Nee, dat snap ik. Ondertussen komt Amos met de cake terug, en wisselt mijn ene briefje van $10,- voor een hele stapel groezelige Liberiaanse dollars. Amos is een hardwerkende rustige jongen. Woont samen met zijn broer naast de bioscoop. Als het vrede blijft, komt Amos er wel denk ik. Hij heeft visie, inzicht in business, weet met een paar schalen en een houtskoolbrander cakes te bakken en voor een mooie prijs te verkopen. Nog een paar knijpsinaasappels bij het meisje dat onder hetzelfde afdakje verkoopt, en dan echt naar het schip! Gifty is al doorgelopen, die kan zo lang niet op zich laten wachten thuis. Nog even praten bij Annie en Esther, waar een paar jongens mijn fiets erg boeiend vinden. Terwijl ik sta te praten priegelen ze wat aan de kabeltjes en radertjes, maar ik let niet echt op wat ze doen. Wil ik wegfietsen, vliegt de ketting eraf! Geen nood, ze helpen me wel even. Helemaal trots dat hij het voor elkaar heeft gekregen, zwaaien ze me op zijn Hollands uit met een luid ‘doei!!’ Een uur nadat ik vertrokken ben rij ik dan eindelijk met mijn Amos-krantencake naar het schip. Tijd voor de lunch, de ochtend is al weer om! Dan voor 2 uur maar snel op bezoek bij Jacob om les te geven! Raar toch he, dat de dagen omvliegen zonder dat ik wat zinnigs doe voor mijn gevoel.

hartjes 

Maandag heb ik de jurk opgehaald, weer alleen. Nu lopend. Ik had een velletje stickers mee met een heleboel kleine hartjes in allerlei kleurtjes. Die heb ik overal uitgedeeld, 1 op het hoofd, en 2 als oorbelletjes. Er zaten wel 100 op het velletje, dus ’t was een eindeloos uitdelen. Zo jammer dat ik mijn camera niet bij had, want het zag er schitterend uit, al die hartjes.

Kadiathu ontmoet, gevraagd of ze nog meeging vrijdag, les krijgen in hoe ze les kon geven aan de kids uit de straat die geen schoolgeld kunnen betalen. Ja, heel graag, maar oma wil het niet! Ik heb al een paar keer met oma gepraat, omdat ze ziek was, allerlei kwaaltjes had. “Zal ik met haar praten?” Daar zat ik dan met oma, die duidelijk weet wat ze wil. ‘k Moest een beetje aan mijn eigen oma denken, heel grappig. Kadiatuh met een beetje dwars gezicht naast haar, vertalend hier en daar. Uitgelegd wat mijn plan was, om ervoor te zorgen dat deze kdn. geen analfabeet worden. Maar oma wilde geld zien, voor niks gaat de zon op. En Kadiatuh moest naar computerschool. De kosten zijn $250,- . Ik informeer of dat geld er al is. Nee, maar de Lord will provide, (God zal voorzien). Zie ik daar weer zo’n hoopvolle blik van ‘de white woman zal het wel uit haar portemonnee halen?’ Ik trek een bedenkelijk gezicht. Computerschool is wel mooi, maar zoveel geld legt zelfs een white woman niet even op tafel hoor! Ja, zegt ze nogmaals, maar ‘de Lord will provide.’ Met Bijbelteksten gooien kan ik ook, J. “Ja, oma, dat is helemaal waar. Maar er staat ook in de Bijbel dat je moet doen wat je hand vindt om te doen. En Kadiathu heeft de kennis en tijd om haar buurkinderen te zegenen. Ik zal voor de spullen zorgen, als ze dan 2 dagen mag komen naar mijn workshop. En God will bless her for helping these kids. Oma grijnst, oke, oke. Ze vindt het dan wel goed.. Ik blij, ga snel verder met mijn stickers naar de kleermaker.

Geef alle kinderen en moeders de hartjes, ’t wordt de mooiste straat van Monrovia zo! Een straat vol liefde! Dus geen elkaar slaande kinderen hier! Nee hoor, dat beloven ze. Even later is er ruzie omdat een gevallen sticker door een ander wordt gepakt… Zucht… De school gaat uit, een hele groep tienermeiden komt naar buiten. Ze willen ook wel een sticker. De jongens ook. 1 vraagt wat het betekent. Door al het geschreeuw heen leg ik uit dat een hartje liefde symboliseert, en dat dat is wat ik uit wil delen, omdat dat onze opdracht is: je buurman liefhebben als jezelf! En dat is niet love like boyfriend/girlfriend, you understand? Daarom geef ik die stickers niet aan je. Hahaha, ja hij begreep me. Dan wilde hij wel zo’n hartje op zijn voorhoofd hebben! Afrikanen hebben een enorm gevoel voor humor, ’t is zo makkelijk om ze met een grap aan het lachen te krijgen! 

Mijn jurk is nog niet klaar, duurde toch langer dan verwacht. Geeft niet, heb ik weer een reden om nog een keer de straat in te lopen. Heel vlug moet ik weer naar het schip terug, heb warempel weer bijna 2 uur rondgelopen op een stukje wat ik in 10 min. kan lopen!
Bij de poort kom ik Youjay tegen, een oud-patient die voor verbandwisselen was geweest. Kort een praatje, daarna haast ik me naar mijn lunch die binnen 5 min. wordt opgeruimd!

PABO-lessen (teacher training)

Vrijdag 9 uur afgesproken met Kadiathu, om samen naar Congo-town te gaan voor de teachertraining. Anneke had de 2 meesters uit Yo-village ook uitgenodigd, en de afterschoolteachers uit CongoTown zelf. 9 uur belt Anneke dat de meesters van Yo-village niet op zijn komen dagen. Als ik bij Kadiathu kom, zegt ze dat ze om pasfoto’s moet voor haar paspoort, en nog wat andere dingen. Kan ik volgende week vrijdag komen?

Ja hoor, natuurlijk. Denk je eindelijk wat te bereiken voor die kids, gaat het weer niet door. Ik kon mezelf daarover opwinden, maar 't zou toch niks veranderen aan de situatie. Heb me er dus maar niet te druk over gemaakt, ben met mijn alfabet en prentenboek ‘jij bent bijzonder’ op een bankje gaan zitten, en heb zelf mijn lesje maar gedraaid. Helaas is het niet zo makkelijk als thuis. 2 kinderen geven elkaar net zo lang duwtjes tot het dreunen worden, een meisje van 2 duwt constant tegen mijn borst om aandacht te krijgen, ook al heb ik haar al 10 keer op de grond neergezet. Aan de andere kant gaat er steeds een peuter staan, zodat de anderen achter haar het niet kunnen zien, wat dan weer een hoop reactie geeft natuurlijk. En dan komt er nog een moeder tetteren tegen oma, dwars door mijn verhaal heen. Ik blijf een poosje geduldig corrigeren, stop tot het weer stil is, maar oma’s geduld is op. Zij staat met de stok in het deurgat om een tik te verkopen. Hmmm, weet niet of ik zo gezien wil worden door anderen van het schip, met een oma die op die manier de rust voor me handhaaft. 

Yuko is tactischer wat dat betreft, die pakt een kleintje bij de arm en poot haar naast zich op de bank, en vertaalt als op mijn vraag geen antwoord komt in luid en duidelijk liberiaans. Hij kent ook alle namen, en wil zelf dolgraag luisteren. Dat is de grootste reden waarom hij me helpt denk ik. Yuko of Yoko is mijn assistent geworden de laatste maand ofzo. Als ik iets uit wil delen, helpt hij me daarmee, en kijkt mee of er niemand dubbel probeert te pakken. In het begin vond ik hem een beetje een haaibaai, altijd proberen meer te krijgen. Maar op de een of andere manier is er iets veranderd. Ben er niet achter waardoor het komt, maar hij helpt me elke keer, vraagt niet meer of hij iets krijgt van me, tenminste, niet met woorden. Zijn ogen verraden wel dat hij hoopt op iets! Mooi is dat.. J

Rondleiding over het schip 

Ik beloof dat ik zaterdagmiddag om 2 uur terugkom en dan mag ik van de captain 6 kinderen meenemen om het schip te laten zien. Alleen wie nog nooit op het schip is geweest mag mee. Ik schrijf de namen op, dan hebben we zaterdag geen discussie meer. Oma Annie (andere oma) en Esther gaan mee, en dan nog 5 kinderen.

Zaterdagmiddag kom ik om half 3, dan zijn ze hopelijk klaar en hoef ik niet te lang te wachten. Als ik zaterdag kom, blijkt de helft van de kinderen niet aanwezig te zijn, en Esther komt na 5 min. aanlopen vanaf de markt. Dan krijg ik dus weer de discussie wie er dan wel mee mag. Ik pik wat kinderen die ik denk vaak gezien te hebben, en wil gaan. Maar dan rennen ineens alle kinderen weer weg! Ze moeten even opfrissen, goede kleren aantrekken en natuurlijk thuis vragen of ze mee mogen. Stom, ’t is voor mij soms net of die gastjes een hele dag op straat leven, maar als je echt de straat uit gaat, moet je moeder het natuurlijk wel weten. 3 uur zijn we dan toch echt aan boord. Beker drinken, overal foto’s. en tot ons geluk komt Marcin, een officier net van de brug met een andere groep kinderen. Wij mogen ook een kijkje nemen op de brug!

Het rare is, dat als je ze na een klein uurtje weer naar huis brengt, dat ze dan sippe gezichten trekken, en helemaal niet blij meer lijken. Ze hadden nog op de fietsjes rond willen crossen, maar dat kon niet meer, omdat we om 4 uur met John naar Anneke zouden gaan. Zucht…hier moet je dingen niet doen om dank te krijgen, maar doen omdat je mensen wilt zegenen.

Als we de weg over zijn gestoken, krijg ik toch ineens van allemaal een hand, en bedanken ze me met blijde gezichtjes. Toch nog een stukje dankbaarheid dus!!

Vanaf vandaag mogen er geen bezoekers meer aan boord komen. Aan het eind van de week gaan ook alle dagwerkers van boord af, en alle patiënten naar huis. Dan nog 1 week afronden en schip voorbereiden voor de sail…